“Daar had ik meer van verwacht.”
“Pfff, dat was helemaal niet eng.”
Normaliter is het samen kijken van een filmklassieker een bijzondere gebeurtenis. Aan de hand van het bladeren in één van de tientallen filmboeken, het tonen van de trailer en het reciteren van mijn “nu ga je in je broek doen”- speech maak ik mijn zonen klaar voor het grote moment.
Het grote moment voor deze week? De screening van A Nightmare on Elm Street, de horrorklassieker van regisseur Wes Craven uit 1984. De film die het debuut van Freddy Krueger inluidde. Mijn vertrouwen is groot dat Freddy met zijn gevaarlijke handschoen hen evenveel schrik aanjaagt als hij destijds met mij heeft gedaan. Alleen loopt het enigszins anders.
Kinderen raken er aan gewoon
Halverwege de film voel ik de bui al hangen als mijn publiek volgende opmerking lanceert.
“De film is grappig.”
Grappig. Freddie Krueger die in je in je dromen op de meest gruwelijke en bloederige wijze wil afmaken? Waarna blijkt dat de dood ook in de realiteit volgt. Grappig? Wat gebeurt hier? Zijn mijn kinderen gevoelloze wezens geworden? Maak ik een afspraak met het CGG?
Als verantwoordelijke ouder zoek ik onmiddellijk de reden voor hun ongevoeligheid. Ik wijs de vinger naar Nickelodeon en hun hyperkinetische tekenfilms vol geweld en flitsende beelden. Ik gooi een steen naar YouTube en die vervloekte vloggers die met hun gebrekkig taalgebruik de grootste nonsens verspreiden in hun eeuwige jacht naar hits. Ik geef af op het journaal, en zelfs op Karrewiet, die het wagen de harde realiteit aan onschuldige kinderogen te tonen.
Ligt het aan de opvoeding?
Maar waarom wil ik de schuld op de maatschappij schuiven als duidelijk wordt dat ik het antwoord dichter bij huis moet zoeken? Misschien ligt het voor een groot deel aan mijn opvoeding?
Ik geloof dat je kinderen in hun interesses moet steunen. Concreet, als mijn jongste verzot is op horror en de bijhorende speciale effecten, dan is het mijn taak daarin te volgen. Ons in de zetel plooien en kijken naar klassiekers als Aliens (1986, James Cameron), The Thing (1982, John Carpenter) of Halloween (1978, John Carpenter) horen daar dan bij. Hashtag good parenting. Akkoord, ook het samen bingen van 15 seizoenen Supernatural (2005 – 2020, 327 afleveringen) zullen hoogstwaarschijnlijk een rol hebben gespeeld.
Natuurlijk wordt alles gekaderd. Meer dan een ouder beschouw ik mezelf een lesgever. Met Kerst geef ik een boek over filmmonsters (zie foto midden) als geschenk. Kenny de Paepe, zelf een artist bedreven in het maken van beelden en props, stuurt YouTube links door waarin getoond wordt hoe ze die films maken en welke rol animatronics en grime spelen. Dat dit laatste op zijn beurt leidt naar de vraag om de Zombie-films van George Romero te zien moet ik er dan maar bijnemen.
[sgmb id=1]